Bijna een half jaar heb ik twee dagen in de week als innovatiemanager mijn ziel en zaligheid gestopt in het reanimeren van het plan voor het Topsport en Innovatiepark (TIP) in Nijmegen.
Vorig jaar omstreeks deze tijd kreeg het gemeentebestuur van de raad een laatste kans om de levensvatbaarheid van dit ambitieuze plan voor de sport, het onderwijs (wetenschap) en zorg aan te tonen. Eind 2011 besloot het bestuur het plan niet verder uit te werken omdat de financiële onderbouwing niet toereikend was en enkele partners nog geen sluitende contracten konden of wilden aangaan. De gemeenteraad evalueert deze week het TIP dat een voorgeschiedenis kent van drie jaar.
Los van de teleurstellende uitkomst denk ik dat er enkele lessen getrokken kunnen worden uit de voorbije jaren. De belangrijkste conclusie die ik heb getrokken is dat er vooral vanuit stenen is gedacht en gehandeld. Het huis van de topsport, zoals het TIP ook werd genoemd, leek een doel op zich. Voor het basketbal, volleybal, turnen en judo was inderdaad betere en grotere accommodaties wenselijk, maar N.E.C. verlangde door voortschrijdend inzicht uiteindelijk meer naar modernisering van het eigen stadion dan naar uitbreiding.
Het instituut voor sport en bewegen van de Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN) wilde graag een aantrekkelijke vestigingslocatie voor ongeveer 1300 studenten en de overige partners (de ziekenhuizen St Maartenskliniek, CWZ en UMC St Radboud) twijfelden lang over nut en noodzaak om mee te doen.
Het besluit om de stekker uit het TIP te halen was daarom onvermijdelijk en te billijken, maar toch…
Topsport is geen DNA van Nijmegen
Ik geloof nog steeds heilig in een wat gewijzigde opzet die van meerwaarde kan zijn voor de partners, de stad en de regio. Topsport past volgens mij niet in het DNA van de stad Nijmegen. Maar de sectoren zorg en onderwijs zijn wel essentieel voor de economie van Nijmegen.
Ruim een derde van de beroepsbevolking werkt in deze segmenten. Door de unieke kennis te bundelen en te laten samenwerken (het moeilijkste van innovatie!!) kan Nijmegen zijn positie als bakermat van Health Valley in Nederland versterken. Zeker omdat de sector zorg in de ogen van dit kabinet met maximaal vijf procent mag groeien omdat anders de collectieve kosten voor de samenleving op een te hoog niveau komen. De vraag om zorg als gevolg van vergrijzing zal echter significant toenemen. Alleen met radicale innovaties kan uiteindelijk die overheidsdoelstelling worden gerealiseerd.
Campus voor sport en vitaliteit
Vandaar dat ik niet pleitte voor een Topsport en Innovatiepark, maar voor een campus voor sport en vitaliteit waar ruimte en faciliteiten worden geboden om burgers langer fit te laten blijven en of sneller fit te laten worden. En een campus waar sport, zorg, onderwijs en bedrijfsleven samenwerken.
Sport heeft vanzelfsprekend een cruciale functie bij het vergroten van vitaliteit, maar is daarnaast een voedingsbodem voor (wetenschappelijk) onderzoek om kennis te valoriseren. Sport heeft daarnaast een katalyserende functie voor maatschappij en samenleving. De gemeente faciliteert dit door een topsportaccommodatie aan te bieden op de campus.
Looplab
In amper zes maanden bleek dit concept erg kansrijk. Arbodiensten toonden serieuze interesse. En na lang zoeken en veel praten had ook een zorgverzekeraar serieuze interesse. Maar belangrijker: ook de belangrijkste sportorganisaties in de stad (de loop- en wandelsport) wilden graag meedoen. De inrichting van een looplab met als doel kennis te vergaren hoe de marathon binnen twee uur kan worden gelopen, werd al geopperd. Evenals een oneshop topzorg loket voor de vele internationale atleten die onder contract staan bij Jos Hermes.
Met de gemeente eerst als regisseur, maar later vooral als facilitator denk ik dat een economische impuls aan de stad zou kunnen worden gegeven met de campus voor sport en vitaliteit. Maar belangrijker: Nijmegen zou daarmee investeren in behoud van zijn unieke kennis op het gebied van zorg en onderwijs. Stil staan is immers achteruitgang.
Meest vitale stad
Graag had ik daar ook de ambitie aan verbonden om Nijmegen de meest vitale stad van Nederland te laten zijn. De grootste en belangrijkste werkgevers bleken graag bereid hiervoor een convenant af te sluiten om deze doelstelling waar te maken.
Ik veronderstel dat dit uiteindelijk ook zou hebben geleid tot verhoogde arbeidsproductiviteit en kostenbesparingen in de zorg. Een andere stad wil het initiatief graag overnemen, maar alleen Nijmegen heeft met zijn academische achtergrond, ziekenhuizen en HAN een unieke voedingsbodem voor een dergelijk concept. Een gemiste kans dus.